avatar

Term Definitie
avatar

In de Hindoeïstische religie is een avatar een goddelijke incarnatie op aarde, vaak aangenomen door een god om de kosmische orde te herstellen en het dharma te beschermen.

De term "avatar" in de Hindoeïstische religie verwijst naar de afdaling van een godheid naar de aarde in een fysieke vorm. Het komt van het Sanskriet woord "avatara," wat "afdaling" betekent. Avatars worden vaak geassocieerd met de goden Vishnu en Shiva, die menselijke of dierlijke vormen aannemen om specifieke taken uit te voeren en de balans van het universum te herstellen.

De bekendste avatars zijn die van Vishnu, waaronder tien belangrijke incarnaties bekend als de Dashavatara. Deze incarnaties omvatten vormen zoals Matsya (de vis), Kurma (de schildpad), Varaha (het zwijn), Narasimha (de leeuw-man), Vamana (de dwerg), Parashurama (de krijger met een bijl), Rama (de prins), Krishna (de goddelijke gids), Boeddha (de wijze), en Kalki (de toekomstige vernietiger van het kwaad). Elke van deze incarnaties heeft een specifieke rol in het herstellen van dharma (kosmische orde) en het beschermen van het universum tegen het kwaad.

De avatars van Shiva, hoewel minder in aantal, omvatten vormen zoals Virabhadra en Hanuman. De leer van avatars illustreert het Hindoeïstische geloof in de flexibiliteit en barmhartigheid van de goden, die elke vorm kunnen aannemen om de mensheid te helpen. Deze incarnaties worden vereerd in vele tempels en festivals in heel India.

Synoniemen: avatars